Zo werkt Delft Support

Herman over Guus

Medewerker Team Jeugd

Wat was de hulpvraag?

“Guus en zijn ouders liepen al twee jaar bij een jeugdhulpaanbieder. Guus kreeg hulp voor zijn angstklachten. Daarnaast kregen zijn ouders opvoedondersteuning, omdat ze moeilijk konden omgaan met het opstandige pubergedrag van hun zoon. Ze raakten vaak in discussie met elkaar, waardoor de ouders en Guus elkaar steeds minder begrepen. Helaas waren ze niet tevreden over de hulp, omdat ze alleen apart van elkaar gesprekken voerden. Hierdoor lukte het niet om de situatie met hun zoon te verbeteren. Ze wilden juist als gezin met elkaar in gesprek. Daarom wilden ze overstappen naar een andere jeugdhulpaanbieder. En met dat verzoek kwamen ze bij mij.”

Wat heb je gedaan?

“Ik heb eerst een gesprek ingepland met de ouders. Ik heb uitgelegd wat wij vanuit Team Jeugd doen en wat de werkwijze is. Ik wilde ook graag een gesprek inplannen met Guus, om de situatie zo goed mogelijk in kaart te brengen. Alleen dan kunnen we een goed besluit nemen over de vervolghulp. Uit de gesprekken bleek dat zowel de ouders als Guus graag meer met elkaar op één lijn wilde komen als gezin. Ze wilden graag op een ‘normale’ manier het gesprek aangaan. Dit heb ik in het ondersteuningsplan opgenomen en ik heb het gezin doorverwezen naar een specialistische jeugdhulpaanbieder. Hier zouden de gezinsleden als geheel de ondersteuning krijgen die ze nodig hadden. Ik bleef vanuit Team Jeugd betrokken als casemanager. Dat betekent dat ik regelmatig blijf afstemmen met de ouders, het kind en de betrokken professionals, zodat de hulp effectief verloopt.”

Waar liep je tegenaan?

“Helaas escaleerde de situatie thuis, door de zoveelste ruzie, en Guus wilde niet meer bij zijn ouders wonen. Uiteindelijk is hij bij opa en oma ingetrokken. Hij wilde ook niet meer met de hulpverlening praten. Na een aantal weken zonder gesprekken benaderde Guus mij. Hij vond het tijd om weer te gaan praten. Hij wilde het gesprek alleen met mij voeren en niet meer met de betrokken jeugdhulpaanbieder.”

Hoe heb je dat opgelost?

“Ik heb hem gecomplimenteerd dat hij op eigen initiatief mij heeft gebeld. Na dit gesprek heb ik, met zijn toestemming, contact opgenomen met zijn ouders en de betrokken hulpverleners. Ik maakte me zorgen over de mentale gesteldheid van Guus, vanwege zijn psychische problemen. Uiteindelijk hebben Guus en ik afgesproken dat we elkaar elke week zouden spreken. In die gesprekken heb ik oprecht naar hem geluisterd en aangesloten bij zijn belevingswereld. Zo behield ik het contact. Ook heb ik met de betrokken hulpverleners intensief contact gehad, om ervoor te zorgen dat we op één lijn kwamen voor de best passende aanpak. De korte lijntjes en het regelmatig afstemmen waren nodig om de situatie voor Guus en zijn ouders te veranderen.”

Hoe gaat het nu?

“Op dit moment hebben Guus en zijn ouders weer heel voorzichtig contact met elkaar. We hebben dit stapsgewijs aangepakt en hebben meebewogen met het kind en de ouders. Daarom zien we nu gelukkig dat de situatie vooruitgaat.”

* Vanwege de privacy zijn de namen gefingeerd.